vrijdag 7 februari 2014

Bijblijven

5 februari 2014

Het regent een beetje. Binnen één minuut stopt een klein autootje met Duits kenteken voor me. Een vrouw van een jaar of vijftig veegt wat rommel aan de kant om plaats te maken op de passagiersstoel. Een inmiddels voor mij bekend fenomeen in één-persoons forenzenauto’s.

Ze is docente aan de HAN. Dat is altijd fijn want dan kan ik er op de Kapittelweg uit; dichterbij mijn werkplek afgezet worden is niet denkbaar. Ze geeft les aan 1e jaars-studenten. Die vindt ze het leukste. “Die bevinden zich in zo’n leuke fase”, zegt ze. “Ze zijn met zoveel dingen bezig; voor het eerst op kamers, weg van de ouders, aansluiting vinden in een nieuwe stad, bijbaantjes en vooral vriendjes of vriendinnetjes, de liefde. Ze zijn met heel veel bezig, behalve met hun studie”, zegt ze lachend. Ik vraag of dat niet frustrerend voor haar is, dat er tijdens de les geen interesse is voor het vak wat haar juist zo boeit. Dan zegt ze heel resoluut: “Oh, maar dat ligt niet aan het vak!” Kijk, dat helpt, als je er op die manier tegenaan kijkt. Hadden een aantal leraren op mijn middelbare school dat maar gedaan….

Ik vraag wat ze nou het mooiste vindt aan haar vak. “Ach”, zegt ze, “als docente hoop je eigenlijk dat je je studenten positief bijblijft, op wat voor manier dan ook. En dat hoeft helemaal niet vakinhoudelijk te zijn.”


Geen opmerkingen:

Een reactie posten