26 februari 2014
Het duurt lang vandaag voordat ik een lift krijg. Extreem
lang. Zo lang dat er bij mij een gevoel van ongeduld begint te ontstaan,
terwijl ik mezelf toch meestal wel als geduldig beschouw. Maar er is ook een klein
stemmetje in mij dat zegt dat het lange wachten vast beloond gaat worden. En
dat wordt het.
Zodra ik door de voorruit van de Volvo stationwagon de
oudere man met pijp ontwaar, maakt mijn hart een klein sprongetje. Leuk, dat is
die garagehouder die me een lift gaf op de allereerste dag dat ik naar mijn
werk ging liften, een half jaar geleden. Als ik de deur openmaak zeg ik: “Een
oude bekende!” Hij lacht breeduit en zegt: “Ja, ik let altijd goed op of ik je
zie, maar je staat er nooit”.
De man is dus garagehouder. Dat vertelde hij die eerste
keer. Maar hij is geen doorsnee garagehouder. Hij is namelijk al 73 jaar. Wat
je overigens niet zou zeggen. Hij wilde wel stoppen met zijn eigen bedrijf toen
hij 65 werd, maar zijn zoon ging door. Had voor hem duidelijk niet gehoeven. “En
ja, dan ben je zelf toch ook nog vrijwel dagelijks op de zaak” vertelde hij toen.
Maar alle nieuwe digitale elektronica laat hij over aan “de jongens”. Dat doet
hij niet meer. Wel nog de oude wagens. Hij had zelf thuis ook nog een oldtimer;
een Volvo Amazon. Ik antwoordde gelijk: “Ga weg, dat is mijn droomauto!” Het was
zo’n mooi toeval dat we er allebei hard om moesten lachen.
Vandaag vertelt hij dat zijn vrouw laatst had gezegd: “Luister,
je wordt dit jaar 74, je hoeft nu echt niet meer het certificaat te halen om
APK-keuringen te mogen uitvoeren.” Maar ja, voor de zaak is het wel handig
natuurlijk. “Het heeft me 3 weken stress gekost” vertelt hij, “maar wat denk
je? Een 8!” Trots als een kind dat zijn eerste proefwerk maakt. Maar dat mag
als je bijna 74 bent en nog moet berekenen hoeveel procent remkracht auto’s, gemaakt
na 1 januari 2011, nog moeten hebben als er al voor 30% druk op de remmen ligt.
De eerste keer dat hij me meenam vonden we het allebei jammer
dat de rit er alweer op zat. Hij zei toen: “Misschien zie ik je nog wel een
keer en dan mag je weer meerijden”. Hij heeft zijn woord gehouden. En het was
wederom een zeer aangenaam gesprek, wat hebben we weer gelachen. Soms…..wordt
wachten beloond.